Iedereen passeert

Fijn ‘stukje’ gristentaal, gisteravond bij de EO. In huiverprogramma De kist wordt CDA-kamerlid S. Uitslag geïnterviewd over de dood. Op de vraag of ze bang is, antwoordt ze: ‘Ik hoop niet dat ik snel passeer, maar ik ben niet bang voor mijn eigen dood.’ Nou kan er in het Nederlands heel wat passeren – van voorbijgangers tot notariële akten – maar als synoniem voor ‘verscheiden’, ‘sterven’ en ‘ontslapen in de armen van je schepper’ kende de Taaldokter het woord nog niet. Het leek een letterlijke vertaling van het Engelse ’to pass away’ of ’to pass on’, gruwelijk eufemisme uit een hoek die sommige gristelijke politici hier te lande nogal lijken te bewonderen.

En wat hoopte ze – natuurlijk? ‘Dat er op mijn begrafenis heel veel mensen zijn die zeggen: “Ze heeft me geïnspireerd, wat een inspirerende… visionaire is natuurlijk ook mooi…”, citeerde ze alvast de necrologieën. ‘Ik hoop dat ik…’ – en toen onderbrak ze zichzelf, maar de Taaldokter verdacht haar er sterk van dat ze had willen zeggen: ‘dat nog mag meemaken.’

Maar goed, daar was allemaal nog geen sprake van, want ze had nu ‘een kindje’. Anderen hadden misschien gezegd: een dochter, maar met dat verkleinwoord diende de spreekster  – ondanks dat ze, geruststellend, in reïncarnatie geloofde (‘pijnlijk, een soort geboorte’) – alvast een gratis bezwaarschrift in tegen het haar aangedane onrecht voor als het onverhoopt toch zo ver mocht komen.

Enfin. De Taaldokter moest plotseling sterk denken aan de Monty Pythons ‘dead parrot-sketch’. Passeert u de koffie even?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *