Eerlijk gezegd ben ik het met u eens

Het viel weer vaak te horen, de voorbije weken in de aanloop naar de verkiezingen: ‘Eerlijk gezegd…’

Je verwacht dat er iets volgt wat in strijd is met het voorafgaande, of daar op z’n minst belangrijke kanttekeningen bij plaatst, of iets waarvoor de spreker zich zou moeten verontschuldigen. ‘Eerlijk gezegd hou ik niet van perenijs.’ ‘Eerlijk gezegd ben ik het daar niet mee eens.’ ‘Eerlijk gezegd vind ik dit een kansloos voorstel.’ ‘Eerlijk gezegd kan ik niet zo lang blijven als beloofd.’

Dit echter is een eerlijk gezegd van een andere orde. Een eerlijk gezegd waarop namelijk iets volkomen normaals volgt, iets wat ook in het geheel niet controversieel is. ‘Eerlijk gezegd ben ik het helemaal met de heer Buma eens.’ ‘Eerlijk gezegd vind ik ook dat we er nu samen de schouders onder moeten zetten.’ ‘Eerlijk gezegd vond ik het een goed debat.’

De reden? De spreker trekt direct de aandacht, precies omdat de luisteraar een confrontatie verwacht. Daarnaast is er die eendimensionale wet van de positieve formulering: je wordt er niet eerlijker van als je vaak zegt dat je het bent, maar het lijkt wel zo. En je kunt beter zeggen dat je eerlijk bent dan I’m not a crook.

Enfin. Ze zullen het wellicht niet bewust doen, maar het zou aardig zijn als de notoire eerlijkgezegd-zeggers – en dat zijn vrijwel alle lijsttrekkers – daarover het vuur eens na aan de schenen gelegd werd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *