Strakjesman

Hij had het nog nét niet over ‘de Chinezen die strakjes komen’, maar als er werd gerefereerd aan zijn ‘keuzefilm’ kwam die steevast ‘strakjes’ of kregen we die ‘strakjes’ te zien, volgens zomergast B. Verwaayen. Afgezien van zijn – voor een uit Driebergen afkomstig iemand – opvallend platte, enigszins naar het Rotterdams zwemende tongval, waarin ‘geheel’ ‘geil’ werd (‘Dat is iets geil anders’) – vielen de Taaldokter zijn onafgemaakte zinnen en enigszins slordige – vaak ronduit fantasieloze – formuleringen op, waarin alle varianten op het modewoord ‘passie’ (‘passievol’, ‘gepassioneerd’) een voorname rol speelden. Maar goed, dat vindt men nu eenmaal ‘inspirerend’.

Merkwaardiger was dat ‘strakjes’. Wie zegt dat nu, als hij verwijst naar iets wat straks, zometeen, weldra desnoods, zal plaatsvinden? De Strakjesman. De Strakjesman is vaak ook een Centjesman: iemand die er zijn beroep van heeft gemaakt, of het tot zijn beroep rekent, om ‘de hardwerkende Nederlander’, ‘de belastingbetaler’, ‘Jan met de Pet’, in ‘klare taal’ ingewikkelde dingen duidelijk te maken. Helaas valt deze retorische hypotheekverstrekkerstruc (‘U wilt toch dat wij zuinig zijn op uw centjes?’) ook steeds vaker te horen in andere branches, zodat dergelijke onschuld, informeelheid en een benauwd soort gezelligheid suggererende verkleinwoordjes in steeds bredere kring hun verwoestende, infantiliserende werk kunnen doen.

Helaas bleek B. Verwaayen dus ook een Strakjesman te zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *