Daar moet je bij mij niet mee komen aanzetten!

Waarin uw Taaldokter komt aanzetten met striptaal uit de jaren zeventig. Karren maar!

Uw Taaldokter bezoekt ook wel eens een arts. Onlangs was hij bij een dokter die tijdens het consult telefonisch een collega raadpleegde, tegen wie hij  over de Taaldokter opmerkte: ‘Hij is hier op de fiets komen aanzetten.’ Ondanks de niet al te lollige situatie schoot de Taaldokter hardop in de lach om die formulering – ‘hij is komen aanzetten’ – en vroeg zich meteen af waarom eigenlijk.

Dat ‘komen aanzetten’ kan letterlijk en figuurlijk plaatsvinden: met bijvoorbeeld een voorstel, of met iets fysieks. De term wordt vooral gebruikt met het voorzetsel ‘met’: je komt aanzetten met een bos bloemen, met een nieuwe vriendin, met een theorie. Heel vaak heeft dit een negatieve connotatie: een goedkoop bosje bloemen, wéér een nieuwe vriendin, een theorette over een complot rond de Bilderberggroep. Je komt, kortom, ‘aanzetten’ met iets wat in de ogen van de spreker overbodig,  ongeloofwaardig of anderszins verkeerd is.

Het is een soort stripverhaaltaal uit de  jaren zeventig. En precies dat was het komische in deze situatie: die taal vormde nogal een stijlbreuk in de spreekkamer. En de Taaldokter herinnerde zich een ander gevleugeld woord uit die tijd: ‘Karren maar!’ – bij voorkeur met welbehagen uitgesproken nadat je je eens goed had geïnstalleerd in auto, trein of bus, vlieg- dan wel rijtuig. Mensen die ‘komen aanzetten met’ zeggen, zeggen ook ‘karren maar’. En dat zuchtte de Taaldokter ook maar, toen hij zich na het consult weer op zijn Taaldoktermobiel hees.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *