Bestaanbaar

Tijdens een van de vele voetbalpraatprogramma’s waarmee de Nederlandse televisie is gezegend merkten twee deelnemers achter elkaar op dat het ’toch onbestaanbaar is, twee coaches bij een topclub die niet met elkaar praten’ (over de vermeende communicatieve kloof tussen M. Jol en D. Blind bij Ajax). Een halve minuut nadat de eerste het woord in de mond had genomen sprak de tweede het uit. ‘Onbestaanbaar.’ De Taaldokter meende hem er vergenoegd op te zien nakauwen.

Dit tv-landschap is het Land der Blinden en in dit soort programma’s is Eenoog koning. Daarom spreekt dit soort mannen daar niet over ‘mogelijk’ en ‘onmogelijk’, maar over ‘bestaanbaar’ en ‘onbestaanbaar’.

Zij bedoelden trouwens niet letterlijk ‘onmogelijk’, maar onmogelijk in de zin van ‘dat moet toch niet mogelijk zijn’. Hetzelfde type man gebruikt daar in een ander métier een vergelijkbare uitdrukking voor: ‘Het kan toch niet zo zijn dat…’ – veelal aangevuld met ‘in dit land’, en meestal volgt er dan iets met ‘met z’n allen’. Maar waar het over gaat kan dan dus altijd wél. Het is bestaanbaar.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *