Klaar zijn met

Wanneer de ontwikkeling begon, weet de Taaldokter niet, maar de uitdrukking ‘klaar zijn met’ lijkt dé manier te worden om je onvrede met iets of iemand te verwoorden – vaak voorafgegaan door ‘zó’ of ‘helemaal’. Een willekeurige internetselectie:

  • Koster helemaal klaar met ‘heisa’
  • AZ is helemaal klaar met spoorloze Jonathas
  • CDA Noord-Holland nu al klaar met PVV
  • Heineken is helemaal klaar met Sjoerd Kooistra
  • Bak Nielsen ‘helemaal klaar’ met Friese fans
  • Helemaal klaar met de vuvuzela
  • Hannover is helemaal klaar met Schlaudraff
  • Patty Brard helemaal klaar met realitysoap!
  • Giel Beelen: ‘Helemaal klaar met The Voice’
  • Vrouwen zijn helemaal klaar met roze bling bling gadgets
  • Anouk is helemaal klaar met baby’s
  • Helemaal klaar met 2010!
  • Ik ben he-le-maal klaar met de iPhone
  • Helemaal klaar met die sneeuw!

Er blijkt zelfs een boek Zo klaar met jou! te bestaan. ‘Pasta? Daar ben ik zó klaar mee’, hoorde de Taaldokter laatst. Onsympathieke uitdrukking, vond hij. Waarom? Ten eerste drukt zij meer uit dan alleen iets als ‘voor mij heeft zij/hij/het afgedaan’; er zit ook een connotatie in waarmee de spreker zich enigszins superieur toont aan het object van diens onvrede: ‘Ik besteed er mijn kostbare tijd niet meer aan. Ik heb haar/hem/het afgehandeld’: missie volbracht, object kaltgestellt. Daarnaast ademt de term iets koppig definitiefs: ‘Die heeft het voorgoed verknald, wat er verder ook gebeurt’. Op de achtergrond speelt dan nog de oudste betekenis van ‘klaar’ mee: helder, duidelijk, onomwonden: ‘En dat zeg ik gewoon zoals het is.’ Tot slot is de uitdrukking een wel erg gemakkelijk containterbegrip om toch zeer diverse onlustgevoelens te uiten.

Welke gevolgen deze ontwikkeling heeft voor de interpretatie van koppen als ‘Helemaal klaar met revalidatie’, en of op een uitroep als ‘De koffie is klaar!’ binnenkort gereageerd zal worden met de vraag ‘Waarmee?’, is nog onduidelijk.

Maar de Taaldokter is helemaal klaar met ‘klaar zijn met’: geborneerde ‘zeggen-wat-je-denkt’-retoriek van taalgebruikers als verwende kinderen. Afgelopen. Einde verhaal. Over en sluiten. Finito. Passé. Schluss. Aus. Basta. Terug naar de studio in Hilversum.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *