Aanleveren

De Taaldokter kreeg de vraag: ‘Waarom heb ik zo een hekel aan het woord aanleveren, is het wel een goed woord? Is dat niet inleveren en leveren? Ik zie daarbij een lever.’

Die associatie met een lever had de Taaldokter nog niet gehad – maar nu voorgoed wél. Van Dale geeft voor ‘aanleveren’: ‘op de juiste plaats brengen; bezorgen’ en voor ‘leveren’: bezorgen, laten toekomen; verschaffen’. Het verschil suggereert iets meer precisie bij ‘aanleveren’, maar niet op de juiste plaats leveren is natuurlijk helemaal geen leveren. Dat verschil is dus schijn en het prefix aan- is overbodig. ‘Aanleveren’ wordt veel gebruikt, met name in de ambtelijke wereld, en de Taaldokter vermoedt omdat het iets minder streng overkomt dan ‘inleveren’. Uit oogpunt van duidelijkheid heeft ‘inleveren’ of ‘leveren’ dus de voorkeur – naast prima alternatieven zoals ‘indienen’ en ‘bezorgen’.

Dat zogenaamd nuanceren van bestaande woorden werkt veelal juist verwarring in de hand. Zo wordt tegenwoordig bijna nergens meer gerept van ‘voorwaarden’, maar wel van ‘randvoorwaarden’. Daarover een andere keer.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *