Maar ook noch voor

Een opvallende formulering van staatssecretaris H. Bleker gisteravond bij Pauw en Witteman over de gevolgen van de ontwikkelingen in Egypte: ‘Zo’n fase […] is niet goed, noch voor Egypte, maar ook noch voor de betrekkingen […] met Egypte.’

Maar ook noch. Klinkt een beetje als ‘Maar. Toch. Want. En. Jawel. Dus.’

Hmm. Hoe ongebruikelijk ook, eenmaal ingezet is het vervolg van de constructie logisch: na dat eerste ‘noch’ moet een tweede volgen. Omdat Bleker blijkbaar de tweeledigheid van de gevolgen wilde benadrukken, zag hij zich genoodzaakt dat ‘maar’ in te voegen – daarmee ook een tegenstelling tussen die twee aspecten suggererend.

Had hij zich dat tevoren gerealiseerd, dan had hij waarschijnlijk gekozen voor: ‘Zo’n fase is niet goed voor Egypte maar ook niet voor…’ Hij had er ook voor kunnen kiezen het tweede ‘noch’ sterk te beklemtonen.

De formulering mag logisch zijn, nodig is zij niet: ‘noch… noch…’ was afdoende geweest. Misschien vreesde Bleker halfbewust niet duidelijk genoeg te zijn voor de gemiddelde kijker, zonder dat ‘maar’. ‘Noch’ biedt veel mogelijkheden:
– ‘Zo’n fase is noch voor Egypte, noch voor de betrekkingen goed.’
– ‘Zo’n fase is goed voor Egypte noch voor de betrekkingen.’
– Ook gebruikelijk: ‘Zo’n fase is niet goed voor Egypte, noch voor de betrekkingen.’

Altijd beginnen met ‘Niet…’ en vervolgen met ‘en/maar ook niet…’ lost dat keuzeprobleem van de ‘noch’-constructies op. Toch zou het jammer zijn als zij verdwenen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *