Grote meneren

De psyche der voetbalverslaggevers is moeilijk te doorgronden, maar dat was bekend. Uit sommige van hun uitlatingen blijkt dat zij een welhaast kinderlijke bewondering paren aan nauw verholen dédain voor de spelers over wie zij spreken.

De voetballer die waarschijnlijk het vaakst object van deze journalistieke schizofrenie was, is C. Seedorf, een van de meest succesvolle Nederlandse spelers, enigszins omstreden doordat hij weleens een mening heeft en die soms zelfs weet te verwoorden zonder te vervallen in clichématig gemurmel.

En wat zegt de voetbalcommentator dan als Seedorf aan de bal is? ‘Seedorf. Jaaa, dat is een hele grote meneer bij AC Milan nu…’

Een hele grote meneer (‘een heel grote meneer’ dus). Bedoelend: grappig toch, dat vinden die rare Italianen, terwijl wij allemaal weten dat ’t eigenlijk een pisventje is.

Iemand beledigen door een beleefdheidsvorm te gebruiken dus. Blijkbaar werken bepaalde beroepsgroepen dit fenomeen in de hand. Eerder schreef de Taaldokter in dit verband over de politie die het had over ‘een meneer’ die aangifte had gedaan, daarmee suggererend dat de man zelf ook niet geheel kosher was. Mooie meneren en grote meneren. Zie ook: Willem Holleeder is ‘een meneer’.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *