De Taaldokter constateerde het al eerder: Gulpener bier is best drinkbaar, maar de begeleidende, wervend bedoelde teksten die door de typekamer van de brouwerij worden afgescheiden tarten elke beschrijving. Nu toch weer een poging.
Eerst dan maar het raadselachtige ‘uiterlijk’: ‘appelstroopkleur’ die tegelijk ‘helder’ en ‘diep bruinrood’ is (of ‘diep, bruinrood’, of diep-bruinrood’?) De combinatie met ‘lichtoranje kleurnuances’ (‘oranje nuances’, of toch gewoon oranje?) doet een kater van psychedelische aard vrezen. De ‘stabiele schuimkraag’ (nee, een loszittende, alle kanten op waaiende schuimkraag, dat is lekker!) met de ‘getinte structuur’ – nou ja. Maar had de schrijver een toetsenbord zonder komma’s? Aan de geur, met die ‘volmondige gebrande moutaanzet’ (een ‘volmondig gebrande aanzet’?) gaan we even voorbij.
– Wat is dat dan voor een smaakbeleving?
– Nou, Taaldokter, dat is een smaakbeleving van ronde tonen.
– O, zit dat zo. Een smaakbeleving van ronde tonen van wat dan, als ik vragen mag?
– Welnu, als u het echt wilt weten: het gaat hier om een smaakbeleving van ronde tonen van ingekookte fruitstroop met fijne kruiden, artisanale laurier en dropbeleving.
– Aha. Dus als ik het goed begrijp, levert het mengsel van kruiden, laurier en drop tezamen ronde tonen, die zorgen voor de smaak?
– Nee, haha, domme Taaldokter: zó eenvoudig werken wij niet hoor: er is hier immers sprake van artisanale kruiden en dropbeleving!
Een smaakbeleving van ronde tonen van dropbeleving… In de mond van de Taaldokter deelde zich langzaam maar onmiskenbaar een muffe, zeer lang aanhoudende volmondige afdronk mee, met een rijke nonsensfinesse.
One thought