Kunstbullshitgenerator

In het decembernummer van Onze Taal vraagt Frank Jansen de lezers of ‘kunstomschrijvingen helderder moeten’. Kunst zou ‘in een kwade reuk’ staan, wat zou blijken uit het verlagen van subsidies, en de protesten daartegen zouden niet overtuigen, wat weer zou komen doordat het publiek ‘niets van kunst snapt’ – door de ontoegankelijke teksten uit de kunstwereld…

Hoe dit ook zij, de vraag is interessant. Volgens Jansen kan enerzijds worden beargumenteerd dat kunstomschrijvingen helderder moeten, omdat ze ‘een dienende functie’ hebben, en die alleen goed vervullen als de schrijfstijl geen extra barrières opwerpt; juist de complexiteit van het onderwerp zou vragen om begrijpelijke formuleringen. Jansen suggereert dat de wíl om duidelijk te schrijven ontbreekt uit misplaatste arrogantie.

Anderzijds is volgens Jansen verdedigbaar dat kunstomschrijvingen juist niet helderder hoeven, omdat het onmogelijk is om simpel te schrijven over dergelijke complexe zaken. ‘Echte kunst’ zou zich door haar aard onttrekken aan de mogelijkheid van beschrijving, en pogingen daartoe zouden leiden tot ongewenste trivialisering. Die ‘echte kunst’ zou direct aanspreken, waarna eventueel verdieping volgt, in plaats van andersom. Bij ‘grote kunst’ zouden teksten dus onnodig en storend zijn, bij ‘andere werken’ nutteloos.

De taal van recensies, flapteksten, bijschriften bij exposities en programmaboekjes kent haar eigen clichés met een hoge mate van abstractie, ongeacht de desbetreffende kunstvorm. Schaamteloos worden oorverdovende clichés uit de kast getrokken en wordt nietszeggendheid verheven tot norm. Ordinair jatwerk heet dan ‘gebruikmaken van toegeëigende werken’ of ‘intertekstualiteit’. De kunstenaar maakt niet iets, maar ‘refereert aan’, ‘verwijst naar’, ‘daagt uit’, ‘stelt aan de kaak’ of ‘speelt met verwachtingspatronen’. Dit wordt veelal gebracht als een groot pre; het werk heeft dan ‘urgentie’.

Moet die taal helderder? Ja natuurlijk, anders heb je er niets aan, en veel als kunst gepresenteerde zaken hebben wel degelijk baat bij enige achtergrondinformatie. Is dat ook mogelijk? Je zou zeggen van wel: als wetenschapsjournalisten ingewikkelde materie begrijpelijk uitleggen en juristen complexe strafzaken samenvatten voor leken, zou het voor de betere kunstbeschouwer toch mogelijk moeten zijn iets zinnigs te vertellen over een kunstwerk. Het argument dat ‘echte kunst’ zich niet laat duiden is een drogredenering; een soort godsbewijs, verkregen uit diens onkenbaarheid. Daarmee werk je reacties als ‘Ik snap het niet, dus het zal wel kunst zijn’ in de hand.

Kunst – ‘goed’ of ‘slecht’ – laat zich wel degelijk in heldere bewoordingen omschrijven. Dat vage omschrijvingen dus over slechte kunst zouden gaan is een gebrekkige apologie van beperkte schrijvers; duidelijke taal vraagt geen kwaliteit van het onderwerp, maar vooral van de schrijver.

Termen uit de kunstbullshitgenerator dienen daarbij te worden vermeden.

Enfin. Nu maar hopen dat u niet denkt dat dit de Taaldokter is die doet of hij Taaldokter is, spelend met het verwachtingspatroon van mensen die dan denken dat hij het niet zelf is, maar iemand die hem nadoet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *