Over een vrouw die overleed aan het – aan Ebola verwante – Marburg-virus werd geschreven dat ze was ‘aangevlogen’ door een vleermuis (die het virus kan overbrengen). Van ‘aanvliegen’ dus, net zoals ‘aanrijden’ en ‘aanvaren’. Toch klinkt het hier merkwaardig, door de associatie met termen als ‘de aangevlogen goederen’, zinnen als ‘daar komt ze aangevlogen’, en met ‘iemand aanvliegen’ in de betekenis van ’te lijf gaan’. Prettig beknopt is het wel. Ook een manier om het aan te vliegen.