Steeds vaker te horen: ‘de majesteit’. Niet meer ‘hare majesteit’ of ‘zijne majesteit’. De majesteit droeg een rood ensemble. Vermoedelijk ook in de aanspreekvorm: niet langer ‘uwe majesteit’, maar: ‘Blieft de majesteit nog een kaakje?’
Fantasieloze taalnivellering en eigenlijk majesteitsschennis die ons, Taaldokter (verstokt republikein), een doorn in het oog is.