Eppiezoot

Of dat-en-dat geen germanisme is, of anglicisme, of gallicisme, wordt de Taaldokter vaak gevraagd, niet zelden op dat beste-leerling-van-de-klas-toontje (‘Meester, hadden we geen huiswerk voor vandaag?’ – zie: J.P. Balkenende). Telkens moet hij dan weer antwoorden dat hem dat koud laat, normatief bezien; natuurlijk is het best interessant hoe zo’n woord een plaats verovert in het Nederlands.

Af en toe is hij getuige van dat inburgeringsproces. Ook nu weer, in een Amsterdamse tram, waar een meisje en een jongen op luide toon discussieerden over de merites van een tv-serie, tijdens welk gesprek een keer of vijf de term ‘eppiezoot’ viel. De Taaldokter spitste zijn oren, en kon al snel met een lichte glimlach de betekenis van het woord achterhalen, toen de jongen toegaf zijn mening te baseren op ‘de enige eppiezoot die hij had gezien’.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *