Bij: Chinese Stools. Made in China Copied by Dutch, 2007, van Wieki Somers, collectie Stedelijk Museum te Amsterdam.
Zozo. Die Chinese fascinatie toch. En niet gewoon voor ‘nieuwe dingen’, maar voor ‘de nieuwheid van dingen’. Wat iets anders is, én onzin (alsof alle dingen nieuw zijn – zie Openbaringen 21:5: ‘Zie, ik maak alle dingen nieuw’). Maar goed, als reactie hierop richtte de kunstenares zich dus ‘op andere kwaliteiten die ze er aantrof in het dagelijks leven’. Ja goed, hoe gaat dat, je slentert wat door Beijing en dan zie je wel eens een kwaliteit liggen in een steegje of achter een muurtje. En daar richt je je dan op. Als artiest. En dan word je ook ‘aangesproken’ door hoe die straatarme straatverkopers hun ‘zitmeubelen verpersoonlijken’. En dan ga je vanzelf ‘werken met contrasten en onverwachte eigenschappen’. En dan maak je een boot die niet kan varen of je ‘legt een rattenbontje over een varkensschedel: een surreële jachttrofee, waaruit je daadwerkelijk thee kunt schenken.’
Aardig om te merken hoe een informatief en wervend bedoeld tekstje vooral paternalistisch – om niet te zeggen kolonialistisch – overkomt; ook ten opzichte van de kijker/lezer.