De Taaldokter stond ineens stil bij de incongruentie tussen ‘op jonge leeftijd’ en ‘op hoge leeftijd’. Je zou verwachten dat het tegenovergestelde van ‘op jonge leeftijd’ luidde: ‘op oude leeftijd’, en dat van ‘op hoge leeftijd’ ‘op lage leeftijd’ (de tegenstellingen zijn immers ‘jong – oud’ en ‘laag – hoog’ en niet ‘jong – hoog’ en ‘laag – oud’). Wel kwam ‘op lage leeftijd’ hem iets gebruikelijker voor dan ‘op oude leeftijd’; toch meende hij dit zelden te horen: men kiest voor ‘op jonge leeftijd’. En eigenlijk deed dat hem denken aan iets ‘wat financieel niet duur kost, qua geld betreft’. Beetje raar. Maar misschien kwam hij zelf op leeftijd.