Bal: wordt opgeëist
(Lange bal: wordt gehanteerd)
Beelden: gaan de hele wereld over
Brilstand = hatelijk
Dirk Kuyt = visserszoon uit Katwijk
Doelpunt : hangt al een tijdje in de lucht.
Duel / wedstrijd = beladen
Fluitconcert = striemend, hels
Goede vorm: steek je in (wordt niet gezegd van een ‘slechte vorm’)
Kans (1) = opgelegd
(Na een gemiste – soms niet eens ‘opgelegde’ – kans volgt steevast dé voetbaldooddoener: ‘…had een doelpunt (de 1-0 / de 3-2 / de ‘aansluitingstreffer’) kunnen… misschien wel moeten zijn.’ Misschien wel moeten zijn‘? Van wie dan? Waarom? Had de commentator hem zelf nog gemaakt?)
Kans (2): wordt verprutst.
(Met name opgelegde kansen worden – volgens commentatoren – vaak verprutst. Ook in die gevallen rijst de vraag: hadden ze hem zelf wel gemaakt?)
Leo Beenhakker = oude / sluwe / geslepen vos
Lionel Messi = de kleine balvirtuoos
Louis van Gaal = oefenmeester uit Avenhorn
Openingen: worden gevonden
Reflex = katachtig
Slotfase = tumultueus
Uithaal = verwoestend
Verliezen / het toernooi / het veld verlaten : met opgeheven hoofd.
Verlies / verdriet : ziet er zó uit.