Volgens het Parool gaat de gemeente Amstelveen ‘het spijbelen van kinderen’ aanpakken. Door verbodsborden waarop staat: ‘Het is verboden kinderen te spijbelen’? Want die associatie met overgankelijke werkwoorden maakt de formulering wat vreemd: ‘het spijbelen van kinderen’ als ‘het stelen van fruit’.
Ook als je die gedachtegang niet hebt, is het een merkwaardige constructie – door de nadrukkelijke implicatie dat in Amstelveen ook regelmatig wordt gespijbeld door andere bevolkingsgroepen (‘Wethouder: “Het moet afgelopen zijn met het spijbelen van senioren”‘). Gewoon ‘het spijbelen’ was dus ruimschoots voldoende geweest.
Gelukkig volgt nog dat fraaie ‘oorlogse bewegingen’. ‘Vooroorlogs’ en ‘naoorlogs’ zijn heel gebruikelijk, maar ‘oorlogs’ niet. Dat kennen we alleen in samenstellingen: ‘oorlogswinter’, ‘oorlogspaard’. Toch zou het best een effectief woord kunnen zijn in de betekenis ‘zich afspelend tijdens de oorlog’ – verwijzend naar de oorlogsperiode dus. Maar hier wordt het gebruikt in de betekenis van ‘zoals tijdens een oorlog’, of ‘behorend bij een oorlog’. En daarvoor gebruiken we gewoonlijk de samenstelling ‘oorlogsbewegingen’.