Er is sprake van een zekere moedeloosheid bij de Taaldokter. De reden: het veelvuldige gebruik van ‘er is sprake van’. Zelden hoor je nog gewone constructies zoals ‘er is’ of ‘er heerst’; nee: steeds meer is er ‘sprake van’. Werkloosheid, letsel, misleiding, gedragsstoornissen, bodemverontreiniging, georganiseerde criminaliteit, verrommeling van het landschap… ga zo maar door.
De oorzaak? Om ‘hen moverende redenen’ hebben taalgebruikers blijkbaar de behoefte met dergelijke loze constructies omtrekkende bewegingen te maken. Maar wat ze nu willen zeggen blijft onduidelijk: wordt er ‘gesproken over’ werkloosheid, criminaliteit, en verrommeling van het landschap? Meestal bedoelen ze het krachtiger: ze vinden wel degelijk dat er werkloosheid heerst, dat er criminaliteit is en dat het landschap verrommelt. Maar stel je voor dat ze dat met zoveel woorden zouden zeggen! Geen sprake van.
De gewrochte constructie wint rap aan populariteit – niet langer praten alleen politici zich er wol mee in de mond, ook het NOS-journaal doet er aan mee: ‘Er is sprake van grote aardverschuivingen’. Waarom toch niet gewoon: ‘Er zijn (of waren) grote aardverschuivingen’? Waarom toch gekozen voor deze meer vragen oproepende dan beantwoordende formulering? Er is werkelijk geen houtsnijdende oorzaak voor te noemen, behalve verregaande luiheid en het alom gehuldigde motto ‘Waarom zelf iets verzinnen als een cliché volstaat’.
Nu weer J.P. Balkenende over de vliegramp in Libië – waar alle commentatoren ongevraagd kwalificaties als ‘verschrikelijk’ aan menen te moeten toekennen, wat de Taaldokter nog moet horen bij alledaagse rampen die overal ter wereld plaatsvinden, maar dat terzijde -: eerst zei hij ‘Er is sprake van veel onzekerheid’, vervolgens: ‘We hebben afgesproken dat er tot vrijdag geen sprake zal zijn van politieke campagneactiviteiten’.