Sterke vrouwen

Hoe complimenteus is dat eigenlijk, als iemand je een ‘sterke vrouw’ noemt?

De veelgeplaagde H. Mees sprak een ‘lekenpreek’ uit over ‘vergeving’. Op Twitter reageerde iemand daarop met de woorden: ‘Bijzonder sterk en toch kwetsbaar opgeschreven. Als je ergens diep van binnen de kracht kunt vinden om te vergeven, dán ben je pas echt een sterke vrouw.’ We gaan even voorbij aan de impliciete verheerlijking van dat ‘kwetsbaar‘, en richten ons op  ‘sterke vrouw’. Daarmee is namelijk iets bijzonders aan de hand. Waarom wordt ‘sterke vrouw’  complimenteus gebruikt, terwijl de wenkbrauwen worden opgetrokken als je langs je neus weg opmerkt dat je iemand een ‘sterke man’ vindt?

Doortastende hufter
Even googelen op ‘sterke man’ levert informatie op over bullebakkerige, machtige macho’s: de bekende Erdogans, Trumps en Poetins. De fraaiste definitie biedt een hallucinogeen Wikipedia-lemma, waarin met op niets gebaseerde stelligheid wordt beweerd: ‘Een sterke man is iemand die in een land de feitelijke, maar niet de wettelijke macht in handen heeft. Dit verschijnsel komt vaak voor in zogeheten bananenrepublieken. Sterke mannen regeren door middel van stromannen. Meestal zijn ze feitelijk dictatoren.’ (Zie over dat ‘dictatoren’ ook hier en hier.) ‘Sterke mannen’ zijn dus veelal mannen die de publieke opinie ‘fout’ vindt, maar waarvan diezelfde opinie meent dat ‘men’ er behoefte aan heeft. Het accent in de betekenis ligt op het aspect ‘krachtig’: het gaat om  een doortastend soort hufter op mondiaal niveau.

Intuïtieve schat
Zoek dan eens op ‘sterke vrouw’ – je wordt om de oren geslagen met zelfbevestigende quasi-wetenschap op feelgood-sites als ’10 signalen dat je een sterke vrouw bent’, waar kenmerken worden genoemd als compassie, rust, wijsheid, ‘van jezelf houden’, (‘alleen de sterkste vrouwen weten hoe ze van zichzelf kunnen houden’), trots (waarop precies blijft onduidelijk), intuïtie (‘niemand anders weet beter wat jij nodig hebt dan jijzelf’), ‘weten waar je passie ligt’ (in de kast), emoties ‘durven’ tonen (‘weglopen voor of het negeren van je emoties is niet gezond’) – ondanks alle ‘zelfstandigheid’ vaak gevolgd door een verhandeling over hoe je in zo’n situatie toch ‘aantrekkelijk blijft’ – wat nog geen sinecure blijkt te zijn. De nadruk in de betekenis ligt op het aspect ‘in staat veel te weerstaan’. Want die intuïtieve, compassievolle schatten hebben veel ellende doorstaan. ‘Daarom ben je ook zo sterk’.

 

 

 

 

 

 

 

 


Vat vol emoties?

En wellicht juist door die nogal gezochte nadruk op betekenisvarianten van ‘sterk’ bekruipt je steeds sterker het idee dat die vrouwen normaal gesproken  klagende huilebalken zijn die al in tranen uitbarsten als iemand de deur even stevig dichttrekt, als ze tenminste niet al ten prooi aan een aanval van hysterie voor de spiegel zitten. Een wandelende ‘raad van overstuur’, zoals de uitbater van café O. te A. het noemt.

Met dat ‘sterke vrouw’ (niet ‘sterk mens’) wordt vooral een semi-gearticuleerd onbehagen over een kennelijk gevoel van ongelijkheid geventileerd: ‘Wij zijn ook sterk. Maar anders.’  De woordkeus weerspiegelt een weinig constructieve manier van denken in verschillen. Maar dat is nog niet zo belachelijk als de man (want dat was het) die aan Mees refereerde als ‘sterke vrouw’ en haar even uitlegde (mansplainde) wanneer zij dat was.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *