Taboetaboe

Het gebruik van het woord taboe, dat zou vaker taboe moeten wezen. Enige tijd geleden zag de Taaldokter een zogenoemde  ‘uitvaartdeskundige’ in het tv-programma Moraalriddders. Peinzend sprak zij: ‘Ik heb ’t idee dat de dood in Nederland nog echt een taboe is.’

Ze bedoelde: ik heb het idee dat mensen de dood nog steeds niet leuk vinden. Niemand die daar iets van zei of over vroeg. Hoezo dan niet? Was dat erg? Moest dat dan? Voetstoots werd de – excusez le mot – dooddoener geaccepteerd. Maar wat zij beweerde was natuurlijk onzin; dingen worden taboes als men er niet over wil spreken – en dat geldt niet bepaald voor de dood, gegeven de overmatige media-aandacht voor dat onderwerp en de toenemende uitbundigheid van uitvaarten.

Steeds vaker wordt iets naars uit zijn aard ’taboe’ genoemd. Ook door deze onderneemster – al dan niet bewust. Tuurlijk, er moet brood op de plank – maar we hoeven niet juichend de straat op om de dood te vieren.

Dat dergelijke lieden er dan regelmatig andere – vaak nogal cryptisch omschreven als ‘oosterse’ – culturen bij halen , waarin  men heel anders zou ‘omgaan’ met de dood, alsof die daar niet een bron van verdriet zou zijn waarmee je niet hoeft ‘om te gaan’ maar gewoon mee hebt te leven, doet er niets aan af dat zij het woord taboe misbruiken: kloven dichten, taboes doorbreken – verkooppraatjes, dat zijn het. Eigenlijk bedoelde ze: ik heb het idee dat ik nog steeds te weinig geld kan verdienen aan de dood.

One thought

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *