Transparantie is een toverwoord. Typisch genoeg vooral in overheidsteksten, niet zelden in combinatie met het holle ‘voorbeeldfunctie’ – helaas veelal in niet bijster inzichtelijke constructies en terminologie.
Tuurlijk, jongetjes die de naaktheid van de keizer onthullen – zoals Wikileaks – zijn welkom in een wereld die bol staat van de verbloemende, verzachtende en verhullende taal. Vervelend is echter dat dit evangelie van de transparantie dermate driftig wordt gepredikt, dat het gebruik van sommige termen op zichzelf tegenwoordig al waardevol schijnt: ‘helderheid geven’; ‘duidelijkheid verschaffen’.
Een politicus die zegt dat hij ‘alleen maar duidelijkheid wil geven’ over iets, heeft daarmee de discussie al bijna gewonnen. Schijntransparantie waarbij niemand gebaat is. Duidelijk praten, dat zou helpen.