Door gevaarlijke gekken omringd, zijn we: aan de ene kant de lentekriebelinquisiteurs van ‘Gezin in Gevaar’, aan de andere de boekverkopende representatietsfetisjisten.
Wie heeft eigenlijk de rijkste fantasie? De zwakzinnige middeleeuwse zwatelaars over ‘de eenzame zonde’ en ‘het door God gegeven gezin’, of de reutelende papegaaien van de eendimensionale misvatting dat lezen over wie lijkt op jezelf synoniem is met ‘representatie’ en kwaliteit?

