Tendenz

Beste Taaldokter,

Ik zocht naar het meervoud van het woord tendens. Analoog aan wens-wensen dacht ik aan tendens-tendensen. Mijn Koenen Handwoordenboek der Nederlandse Taal uit 1976 geeft ook tendensen als meervoud. Een zoekopdracht in Google gaf echter dit resultaat: tendensen 544.00 keer raak, tendenzen 1.710.000 keer raak. Wat is hier aan de hand? Een verschuivend taalgevoel, zoals dat geloof ik heet, of een spellingswijziging na 1976 die mij niet is opgevallen? Vanwaar deze tendens?

Beste,

Uw eigen taalgevoel bedroog u niet: het is gewoon ’tendensen’. Maar als u de analogie met bijvoorbeeld ‘lenzen’ had gevolgd was u wellicht tot een andere slotsom gekomen. Afgaan op Google voor de juiste spelling van woorden is als een putjesschepper vragen hoe je een openhartoperatie uitvoert. Of vice versa. Maar velen doen het, waarbij de merkwaardigste gevolgen zich aandienen. Maar nog niet zo merkwaardig als de spellingcontrole van Word, die het ooit bestond ‘het overvullen van de olietank’ te vervangen door ‘het omverlullen van de olietank’, en het ridicuul gespelde ‘u hebt gebelt’ (waarachter ook nog stond ‘omtrend’) niet door ‘u hebt gebeld’, maar door ‘u hebt gebeft’… Kortom: afgaan op eigen gezond verstand en ouderwetse kennis loont het meest.

Zelfstandige naamwoorden op -s krijgen meestal -zen in het meervoud. De vorm op -sen is voorbehouden aan enkele uitzonderingen. Of de populariteit van die z groeit weet de Taaldokter niet; wat hij wel weet is dat taalgebruikers net als alle mensen een hekel hebben aan uitzonderingen en streven naar gelijkvormigheid, hoe armoedig het resultaat ook vaak is. En in die neiging zou zo’n tendens wel passen.

Enfin. gelukkig is de Taaldokter Taaldokter en geen Speldokter.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *