De ziekte van Deze (Taal zonder kloten)

Het Nederlands lijkt zich te ontwikkelen tot een taal zonder kloten – of zonder tieten, for that matter. Niet dat de taal ‘onzijdiger’ wordt, maar juist dat de ‘mannelijke’ en ‘vrouwelijke’ verwijswoorden het van de ‘onzijdige’ lijken te winnen: nog slechts ‘die’ en ‘deze’ gebruiken, in plaats van bijvoorbeeld ‘dit’, ‘het’ of ‘dat’. Wat ook een vorm van geslachtloosheid is.

Het is een bekende, zinloze ergernis van velen, maar soms wordt het ook de Taaldokter wat al te gortig, en vreest hij dat we op weg zijn naar niet alleen één verwijswoord, maar ook één lidwoord – en eigenlijk het liefst ook één zelfstandig naamwoord. Met veel plaatjes en geluid.

Nu weer eerst een mededeling over een nieuw boek: ‘Deze wordt gepresenteerd…’ Toen tv-zender AT5 over een cruiseschip in de haven: ‘Het schip is zo groot dat die niet op de foto past.’ En tot slot Kamervoorzitter G. Verbeet bij het afscheid van Kamerlid F. Halsema: ‘Ik heb een gedicht en die ga ik u voordragen.’

Enfin. Gelukkig zei ze niet ‘welke’.

Deze artikel
Bol.com biedt je de optie: ‘Ik wil ieder artikel ontvangen zodra deze beschikbaar is en betaal slechts eenmaal de verzendkosten ongeacht het aantal pakketten.’ Deze artikel. Taal zonder kloten.

Eerder:

  • De Amsterdamse stadsomroep AT5: ‘Hij pakte haar camera af en gooide ’t stuk.’ Het camera. Onbegrijpelijk, gegeven de eerder vermoede neiging naar alle woorden maar met ‘die’ te verwijzen. Versimpeling, alla, maar liever niet ongestructureerd.
  • De Taaldokter kreeg iemands voicemail en hoorde: ‘Toets een hekje om uw bericht nogmaals te beluisteren of deze opnieuw in te spreken.’ Deze. Per slot van rekening is het deze bericht. Logisch.
  • In de krant (en niet als citaat!): ‘Als u een lampje heeft en hij gaat aan…’ Afgezien van de omslachtige formulering (‘Als u een lampje aandoet…’ is helderder) valt ook hier de neiging op om naar ‘het-antecedenten’ te verwijzen met ‘die’ (‘hij’) in plaats van ‘dat’ (‘het’).
  • Zo repte dezelfde door Amsterdammers goed bekeken zender van een onderdeel voor een machine, ‘weliswaar geprepareerd in Duitsland, maar toen ie werd teruggeplaatst…’ (Let op de suggestie: Nederlanders mogen dan bij ‘oorlog’ niet meer meteen aan Duitsers denken, ze verkeren nog wel in de waan dat alles bij onze oosterburen gründlich gebeurt.)
  • Aan het Amsterdamse Oosterdokseiland verrijzen mooie gebouwen, ontging ook stadszender AT5 niet, maar de omroep was toch vooral benieuwd naar de sound van het gebouw: ‘Het nieuwe con-ser-va-to-ri-um [moeilijk woord!] ziet er prachtig uit, maar hoe klinkt ie?’ Ie. ‘Wie is die?’ ‘Die meisje van de kon-ser-vaa-too-rie-jum.’ Het komt niet meer goed.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *