Passivitis in Oost

Op 28 januari 2011 opent de voorzitter van het Amsterdamse stadsdeel Oost, F. Elatik, een serie debatten en een ‘expertmeeting’ onder de titel ‘Verbinden in Oost’. Doel: ‘polarisatie en vervreemding tegengaan’. Je houdt je hart vast, want natuurlijk gaan ‘bewoners, bestuurders, professionals en vertegenwoordigers uit het maatschappelijk veld’ ‘met elkaar in gesprek over thema’s’ – maar dat is niets nieuws.

Wat volgt is echter een aperte onjuistheid – en dat is minder gebruikelijk. Onder de kop ‘Verscherpte tegenstellingen in de samenleving’ schrijft het stadsdeel op zijn website:

‘Het huidige politieke klimaat, is volgens sommigen de oorzaak van de verscherpte verhoudingen tussen groepen in de samenleving. Het recht om kritiek te hebben op een godsdienst wordt gezien als vrijheid van meningsuiting. Anderen wijzen naar de opkomst van de islam en zien dit als een bedreiging voor de westerse normen en waarden. Daarnaast merken vertegenwoordigers van maatschappelijk organisaties op dat enkele jongeren zich afkeren van de samenleving omdat zij zich in hun identiteit aangetast voelen. Maar sommige jongeren zijn zelf ook niet verdraagzaam tegenover andere bevolkingsgroepen of tegen mensen met een andere seksuele geaardheid. Deze ontwikkelingen voeden het toenemende gevoel van onveiligheid en intolerantie in de buurten.’

Één blik op de meest recente cijfers van het gemeentelijke bureau Onderzoek en Statistiek leert dat dit onzin is: over het algemeen zijn zowel de objectieve als de subjectieve veiligheid in het stadsdeel toegenomen. Naar de reden van deze hijgerige onrustzaaierij kun je dan ook slechts gissen. Je zou zeggen dat de overheid er juist belang bij heeft te verkondigen dat het goed gaat met de veiligheidsbeleving, zodra daar ook maar de geringste aanleiding toe bestaat.

Maar er is meer. Want wat bedoelt het stadsdeel nu eigenlijk met dat onhandige zinnetje: ‘Het recht om kritiek te hebben op een godsdienst wordt gezien als vrijheid van meningsuiting’? Door die passieve constructie blijkt niet wie dat vindt. ‘Men’? ‘Alle stadsdeelbewoners’? ‘Een enkele zonderling’? ‘Het volledige ambtelijke apparaat’? Het lijkt zelfs of het stadsdeel daar tegen is – en of die opvatting bijdraagt aan het groeiende onveiligheidsgevoel. Dat er dus niet is.

Om die onduidelijkheid te voorkomen had het stadsdeel natuurlijk beter kunnen schrijven: ‘Hoewel het goed gaat met de veiligheid, zijn er nog steeds mensen die zich op straat asociaal gedragen met als excuus dat anderen hun religie bekritiseren. Daar willen we vanaf, want zulke kritiek valt onder de vrijheid van meningsuiting. Wie daar niet tegen kan moet zich gedragen en met argumenten komen.’ Is het domheid, of is dit wijselijk niet gebeurd en liggen de belangen van het stadsdeel elders?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *