Misse missies

In navolging van het bedrijfsleven formuleren overheden ‘missies’. In plechtige mission statements worden hogere doelstellingen en motto’s vastgelegd. Vaak in combinatie met een ‘visie’, ‘strategie’, ‘kernwaarden’ en ‘ambitieniveaus’.

Het staat sjiek op websites en in jaarverslagen, maar moet vooral de betrokkenheid vergroten – van zowel medewerkers als ‘klanten’. Het woord roept wat ongelukkige associaties op: met de kerkelijke zending – de oorspronkelijke betekenis – maar ook met militaire operaties: heel concrete missies. De meeste overheidsmissies zijn echter vooral vaag: ‘iets waar we hard aan zullen trekken om het te worden, iets dat ons dient als een soort kompas’, aldus de gemeente Heemskerk. Het lijkt een doel, maar dan van het soort dat niet echt hoeft te worden bereikt.

Die ‘missies’ van overheden zijn zonder uitzondering clichés, ze klinken nogal opschepperig, ze zijn uiterst vaag, volkomen gratuit en vaak veel te lang. Daarmee schieten ze hun doel voorbij. Overheden die ze desondanks blijven presenteren kunnen daarom niet genoeg worden gewantrouwd.

Ronkende clichés
Veel van die missies trappen in ronkende taal open deuren in en presenteren uitgekauwde gemeenplaatsen met veel aplomb.
‘De Gemeente Bussum is een gemeente met een aantoonbare maatschappelijke werking die een hoogwaardige kwaliteit van dienstverlening levert’.
Schijndel: ‘Samen met onze partners werken wij aan een prettige woon-, werk- en leefomgeving.’
‘Doetinchem wil vraaggericht werken. Ook wil de gemeente stuurbaar zijn.’
Gouda: ‘Samen gaan we voor resultaat in onze stad!’
‘Scherpenzeel is een mooi dorp met een gemeentelijke organisatie, die dichtbij en toegankelijk is.’
‘Samen klantgericht succesvol ondernemen’ (Gorinchem).

Stellige opschepperij
De schrijvers worden niet gehinderd door valse bescheidenheid over de eigen kwaliteiten.
‘De gemeente Steenwijkerland is een ambitieuze organisatie die meedenkt, transparant werkt, betrouwbaar en flexibel is en waar wij trots op zijn’.
‘De gemeente Zwolle is een professionele, betrouwbare en ambitieuze overheid.’
Culemborg: ‘Wij werken deskundig en met verantwoordelijkheidsgevoel voor bestuur en samenleving.’
En de Rijksoverheid werkt ‘met hart voor de publieke zaak, integer en met kennis van zaken’.

Die stelligheid is merkwaardig. Het zou getuigen van een aangename realiteitszin om te schrijven dat je dit alles graag wilt – en laat anderen dan maar laten bepalen of dat lukt.

Ambtelijke vaagheid
Tegelijkertijd zijn veel missies uiterst raadselachtig, of ze nu formeel of populair zijn geformuleerd: ‘De gemeente Wierden is een zelfstandige overheidsorganisatie’ die ‘een hoogwaardig pakket diensten en producten levert’, ‘binnen de gestelde wettelijke en politieke kaders.’ Sommige missies zijn zo op zichzelf gericht dat het lijkt of ze uit een identiteitscrisis voortkomen: ‘De gemeente Schijndel is een lerende organisatie’, en die ‘daagt je uit om jezelf als lerende medewerker op te stellen.’

Vrijblijvende onzin
Ook als de nadruk – slimmer natuurlijk – op de burgers wordt gelegd, blijft het vaak bij vrijblijvende wensbeelden: ‘De dynamische stad en het te koesteren landelijk gebied versterken elkaar en bieden inwoners de benodigde voorzieningen’ (Zevenaar). ‘In Amsterdam is het nu en in de toekomst goed wonen en werken’. Rotterdam ‘werkt aan een stad die durft!’ en wil ‘resultaat boeken met alles wat we ondernemen.’ Maar wat is een stad die durft? En wát durft die dan precies? En wie wil er eigenlijk geen resultaat boeken?

Lange lappen
Een effectieve missie is een aansprekende oneliner die ook nog inhoud heeft. Voor overheden, met hun vele taken en rollen, is dat eigenlijk onmogelijk. Wie tien collega’s vraagt in twintig woorden hun core business te formuleren, krijgt geen twee dezelfde beschrijvingen.

Zo heeft Gorinchem maar liefst 800 woorden nodig. Dat komt ook omdat zij alledaagse begrippen meent te moeten definiëren: ‘”samen” geeft aan dat de organisatie (of de onderdelen daarvan) niet op zichzelf staat, noch wil staan, maar samen met anderen wil opereren ten gunste van de stad.’ Vermoedt de gemeente dat lezers het woord ‘samen’ niet kennen? En Amsterdam gebruikt zo’n 160 woorden om uiteindelijk uit te komen bij: ‘We willen dat Amsterdam dynamisch Amsterdam blijft.’ Maar wat dát nu precies betekent…?

Kortom: zulke ‘missies’ wekken eerder irritatie op dan betrokkenheid. We willen allemaal een goede kwaliteit van leven. Maar dat is zó vanzelfsprekend dat je het niet hoeft op te schrijven. Een bakker schrijft ook niet dat hij ‘samen met zijn partners op transparante wijze een betrouwbaar pakket graanproducten wil bieden’.

Noem doelen dus gewoon doelen, zorgt dat je die haalt en spreek duidelijke taal. Dan hoef je geen tijd te besteden aan missies en doe je jezelf niet tekort met gekunstelde formuleringen zonder enig onderscheidend vermogen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *