Salonfähige emo-tv

De tranenmaffia van de emo-tv is nu ook doorgedrongen tot Zomergasten. Hoe een fletse aflevering werd opgehemeld wegens persoonlijke sores – niet door kwaliteit.

Zomergasten had de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan te gast, die enige tijd geleden per openbare brief had laten weten ernstig ziek te zijn, maar nog wel ‘een poosje’ te willen blijven. In korte tijd ontstond een hype rond de burgemeester: T-shirts met zijn beeltenis met Ajax-sjaaltje (‘Damsko strijder’) werden razend populair, de hoofdstad installeerde grote schermen waarop de uitzending te volgen was. Tv-kijkend Nederland wreef zich in de handen, vastbesloten zich tot tranen toe te laten roeren: dat werd een avondje heerlijk snotteren om de hoogst particuliere sores van een publieke figuur.

 

 

Wat is er nu zo speciaal aan Van der Laan? Kennelijk vooral dat hij ziek is, kon je na dit tv-avondje concluderen. Aan de getoonde fragmenten had niemand zich een buil kunnen vallen: beetje oorlog, beetje politiek, beetje racisme, beetje kunst. En de burgemeester, nooit een wonder van eloquentie, blonk ook nu niet uit als vlotte verteller. Erger was dat hij regelmatig niet goed kon overbrengen waarom hij bepaalde onderwerpen had gekozen: te weinig kader, te weinig link met het hier en nu. Wat zei hij eigenlijk? Goed en fout in de oorlog waren niet zo zwart-wit, een betrouwbare overheid die goede woningen bouwt was belangrijk, racisme deugde niet en kunst was mooi.
Gratuit was de manier waarop hij (oud-gemeenteraadslid, ex-minister) als zogenaamde buitenstaander kritiek leverde op zijn voormalige collega’s in de Tweede Kamer, die na de aanslag op Charlie Hebdo elkaar bekritiseerden in plaats van – ja, van wat eigenlijk? Hij vertelde het niet. En hoe was het nú gesteld met de Amsterdams woningmarkt? Er werd niet op ingegaan. Welke rol speelt racisme in het Nederland anno 2017? Er werd niet over gesproken. En dat kan ook de interviewster worden verweten: de gast kreeg werkelijk geen enkele kritische vraag.
Het dieptepunt kwam aan het einde: een kritiekloze duik in de massahysterie rond de onfortuinlijke voetballer Nouri, alsof die nog niet genoeg aandacht had gekregen. Gezamenlijk probeerden gast en interviewer hier een politieke dimensie van ‘verbinding’ aan toe te voegen. Een weinig overtuigend gebrachte, brave boodschap: er is hoop.
Maar eigenlijk werd het verdriet om het lot van de gast geprojecteerd op de beelden van de voetballer: toen kwamen de waterlanders, toen zag het volk dat het goed was, en toen nam de interviewster langdurig de hand van haar gast vast: emo-tv in optima forma. Salonfähig, want het was Zomergasten.

Had niemand geweten dat Van der Laan ziek was, dan waren de kritieken beperkt gebleven tot ‘Een fletse aflevering met voorspelbare fragmenten en een vage boodschap.’ Nu werd de man verlekkerd heiligverklaard: een ‘held’, die zich zo knap ‘kwetsbaar opstelde’. Held? Hij werd het gemaakt – door dat nuchtere Hollandse volk, dat zo snakt naar drama, symbolen en helden. Want voor ziekte toont men hier bewondering met een gretigheid die grenst aan leedvermaak. Als het volk maar tranen ziet. Hoop? Wat dat betreft steeds minder.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *